5 May 2007

koshi guruma



Betekenis:
koshi: heup
guruma: wiel / rad

Positie binnen technisch repertorium:

Basisbeweging:

Detail:
Veelgemaakte fout: Tori neemt Uke op heup en Uke wordt van de grond gelift (zoals bij o goshi) doordat Tori vanuit positie met gebogen benen de benen strekt. Correcte worp houdt in dat Uke niet van de grond wordt 'gelift', maar door Tori (rechterarm verankerd achter het hoofd van Uke) over de heup wordt 'getrokken'.


Evenwichtsverstoring:

Voetpositie:

4 May 2007

hiza guruma

Betekenis:
hiza guruma: kniewiel
hiza: knie
guruma: wiel / rad

Positie binnen technisch repertorium:
Rechtstaande technieken (tachi waza)
>Beentechnieken (ashi waza)
>> Kniewiel (hiza guruma)

Basisbeweging:
Tori brengt Uke voorwaarts uit evenwicht en verplaatst zich gelijktijdig naar rechts, blokkeert met de linkervoet de rechterknie en werpt Uke.

Details:

  • De worp wordt uitgevoerd op de knie van het achterste been van Uke. Dat betekent dat de linkervoetzool de rechterknie van Uke blokkeert.
  • Tori trekt met beide handen Uke naar zijn (Tori's) linkerheup.
  • Tori buigt lichtjes de knieën en de romp blijft rechtop, bij de uitvoering van de worp wordt het bekken voorwaarts gebracht.

Evenwichtsverstoring:

Voetpositie:
De voeten van Uke en de rechtervoet van Tori bevinden zich op 1 lijn.



30 April 2007

o goshi



Betekenis:
o: groot
goshi: heup

Positie binnen technisch repertorium:

Basisbeweging:

Detail:

Evenwichtsverstoring:

Voetpositie:
Op moment dat Toru Uke op zijn rug trekt staan beide voeten van Tori tussen de twee voeten van Uke.

29 April 2007

o soto gari (rechts uitgevoerd)

Betekenis:
o: groot
soto: buitenwaarts
gari: veeg

Positie:
Rechtstaande technieken (tachi waza)
> Beentechnieken (ashi waza)
>>Grote Buitenwaartse Maai (o soto gari)

Basisbeweging:
Tori plaatst linkervoet buitenwaarts naast de rechtervoet van uke en brengt uke gelijktijdig achterwaarts rechts uit evenwicht. Tori brengt uke ten val door met rechterbeen het rechterbeen van uke ter hoogte van de knieplooi te maaien.

Details:

  • Tori maakt ruim lichaamscontact met rechterzijde van uke.
  • Het maaibeen is gebogen, de wreeg gestrekt.
  • Bij de aanzet van de worp is het linkerbeen gebogen, de romp rechtop. Bij de worp zelf buigt de romp voorwaarts. Na de worp wordt de romp onmiddellijk terug gestrekt om uke te beveiligen tijdens diens val.
  • Visueel geheugensteuntje om aan te tonen dat romp en hoofd van Tori naar voren kantelen, terwijl rechterbeen achterwaarts naar boven wordt gebracht (waardoor Uke's linkerbeen onderuit wordt gemaaid): denk aan een stampend paard dat met hoef van voorpoot over de grond schrapt, telkens het paard schraapt buigt het zijn hoofd naar voren.
  • Uke wordt zodanig uit evenwicht gebracht dat de projectie van het zwaartepunt achter de rechterhiel van uke valt.
  • De knieholte van Tori haakt in de knieholte van Uke.
  • Tijdens maaibeweging: Tenen van maaibeen van Tori (rechts) wijzen naar grond, voet raakt grond niet aan. Indien maaibeweging zou gestopt worden door rechtervoet op de grond te zetten achter benen van Uke, en Uke achterwaarts over Tori's rechtervoet te doen vallen, is er sprake van een andere worp: o soto o toshi


Evenwichtsverstoring:
Tori trekt met linkerhand de rechterelleboog van uke neerwaarts, (uke wordt zo verplicht om op rechtervoet te steunen), tegelijkertijd duwt tori met rechterhand de kraag van uke opwaarts.

Voetpositie:

27 April 2007

sasae tsuri komi ashi (rechts uitgevoerd)

Betekenis:
sasae: blokkeren
tsuri-komi: omhoogtrekken
ashi: been


Positie binnen technisch repertorium:
nage waza (werptechnieken)
> ashi waza (been worpen)
> sasae tsuri komi ashi

Basisbeweging:


Details:

  • Veelgemaakte fout: Tori stapt naar buiten naar rechts, met rechtervoet, om ruimte te creëeren om Uke langs linkerzijde te werpen.
  • Correct inkomen houdt in dat Tori rechtervoet in het midden tussen beide boeten van Uke plaatst, waarbij rechtervoet in hoek van 45 graden naar rechtervoet van Uke wijst.
  • Wanneer Tori werpt draait hij zijn hoofd naar links achter, naar de plaats waar Uke uiteindelijk dient te vallen.

Evenwichtsverstoring:

Voetpositie:

sasae tsuri komi ashi (links uitgevoerd)



sasae: blokkeren
tsuri-komi: omhoogtrekken
ashi: been

26 April 2007

ippon seoi nage


ippon: 1 punt
seoi: op de rug nemen
nage: werpen

8 April 2007

Wedstrijdterminologie

  • HAJIME: begin
  • MATTE: stop, wacht
  • OASAE KOMI: houdgreep
  • SONO MANA: beweeg niet
  • YOSHI: doorgaan
  • TOKETA: houdgreep verbroken
  • SORE MADE: wedstrijd afgelopen

Punten telling bij judo wedstrijd

  • KOKA: 3/10
  • YUKO: 5/10
  • WAZA-ARI: 7/10
  • IPPON: ( overwinning): 10/10
  • WAZA-ARI AWASETE IPPON: 2 maal WAZA-ARI: 10/10

Bestraffingen tijdens judo wedstrijd

  • SHIDO: opmerking: min 3/10
  • CHUI: berisping: min 5/10
  • KEIKOKU: waarschuwing : min 7/10
  • HANSO KUMAKE: uitsluiting: min 10/10

6 April 2007

Gordels en hun betekenis. Van witte tot rode gordel.

Witte gordel (6e kyu): rokkyu
Gele gordel (5e kyu): gokyu
Oranje gordel (4e kyu): yonkyu of shikyu
Groene gordel (3e kyu): sankyu
Blauwe gordel (2e kyu): nikyu
Bruine gordel(1e kyu): ichikyu

Zwarte gordel (1e dan): shodan
Zwarte gordel (2e dan): nidan
Zwarte gordel (3e dan): sandan
Zwarte gordel (4e dan): yondan
Zwarte gordel (5e dan): godan

Eregraden:
Rood/wit geblokte gordel (6e dan): rokudan
Rood/wit geblokte gordel (7e dan): shichidan (nanadan)
Rood/wit geblokte gordel (8e dan): hachidan

Rode gordel (9e dan): kudan
Rode gordel (10e dan): judan

Witte (brede) gordel: (12e dan): junidan

4 April 2007

Overzicht van de judo technieken

De judotechnieken worden onderscheiden in:

1. Worpen (nage-waza)
2. Insluitingstechnieken (katame-waza)

------------------------------------------------------------------------

1. Worpen (nage-waza)
De verschillende worpen worden onderverdeeld in:

  • ashi waza (beenworpen)
  • kata waza (schouderworpen)
  • goshi waza (heupworpen)
  • te waza (armworpen, eigenlijk handtechnieken)
  • sutemi waza (offerworpen)

2. Insluitingstechnieken (katame-waza)
De verschillende insluitingsechnieken worden onderverdeeld in:

  • osae komi waza (houdgrepen)
  • kansetsu waza (armklemmen)
  • shime waza (verwurgingen)

------------------------------------------------------------------------


Lijst van de technieken gebruikt in het judo:

1. Worpen (nage-waza)

Beenworpen
1. o-soto-gari: groot-buitenkant-vegen
2. de-ashi-barai: voorwaarts-voet-wegvegen
3. hiza-guruma: knie-rad
4. ko-soto-gake: klein-buitenkant-haken
5. o-uchi-gari: groot-binnenkant-vegen
6. ko-uchi-gari: klein-binnenkant-vegen
7. o-soto-guruma: groot-buitenkant-rad
8. o-soto-otoshi: groot-buitenkant-laten vallen
9. ko-soto-gari: klein-buitenkant-vegen
10. sasae-tsuri-komi-ashi: dragen-ophangen-binnenwaarts-voet
11. harai-tsuri-komi-ashi: wegvegen-ophangen-binnenwaarts-voet
12. soto-gake: buitenkant-haken
13. ko-uchi-maki-komi: klein-binnenkant-inrollen-binnenwaarts
14. ashi-guruma: voet-rad


Schouderworpen
1. kata-seoi: schouder-dragen op schouder
2. seoi-nage: dragen op schouder-werpen
3. kata-guruma: schouder-rad
4. seoi-otoshi: dragen op schouder-laten vallen
5. hidari-kata-seoi: links-schouder-dragen op schouder
6. seoi-age: dragen op schouder-optillen


Heupworpen
1. uki-goshi: zweven-heup
2. kubi-nage: nek-werpen
3. tsuri-goshi: ophangen-heup
4. goshi-guruma: heup-rad
5. harai-goshi: wegvegen-heup
6. hane-goshi: vleugel-heup
7. ushiro-goshi: achterwaarts-heup
8. tsuri-komi-goshi: ophangen-binnenwaarts-heup
9. utsuri-goshi: wisselen-heup
10. uchi-mata: binnenkant-dij
11. o-goshi: groot-heup
12. ko-tsuri-goshi: klein-ophangen-heup
13. o-guruma: groot-rad
14. yama-arashi: berg-storm
15. obi-goshi: band-heup


Armworpen
1. tai-otoshi: lichaam-laten vallen
2. uki-otoshi: zweven-laten vallen
3. hiji-otoshi: elleboog-laten vallen
4. sukui-nage: scheppen-werpen
5. mochi-age-otoshi: beetpakken-optillen-laten vallen
6. sumi-otoshi: hoek-laten vallen
7. obi-otoshi: band-laten vallen
8. kata-ashi-dori: schouder-voet-pakken
9. ryo-ashi-dori: beide-voet-pakken


Offerworpen
1. tomoe-nage: maag-werpen
2. yoko-tomoe: zijwaarts-maag
3. maki-tomoe: inrollen-maag
4. soto-maki-komi: buitenkant-binnenwaarts inrollen
5. yoko-gake: zijwaarts-haken
6. tani-otoshi: dal-laten vallen
7. sumi-gaeshi: hoek-tegenaanval
8. uki-waza: zweven-techniek
9. kani-basami: zeekreeft-schaartechniek
10. yoko-otoshi: zijwaarts-laten vallen
11. hane-maki-komi: vleugel-inrollen-binnenwaarts
12. ura-nage: ruggelings-werpen
13. yoko-guruma: zijwaarts-rad
14. yoko-wakare: zijwaarts-scheiden
15. tawara-gaeshi: scheppend overnemen-tegenaanval

2. Insluitingstechnieken (katame-waza)

Houdgreepen
1. kesa-katame: diagonaal-insluiten
2. kata-katame: schouder-insluiten
3. kami-shiho-katame: boven-vier richtingen-insluiten
4. kuzure-kami-shiho-katame: onder liggen-boven-vier richtingen-insluiten
5. yoko-shiho-katame: zijwaarts-vier richtingen-insluiten
6. gyaku-kesa-katame: verdraaid-diagonaal-insluiten
7. yoko-shiho-katame: zijwaarts-vier richtingen-insluiten
8. mune-katame: borst-insluiten
9. tate-shiho-katame: verticaal-vier richtingen-insluiten
10. kuzure-kesa-katame: onder liggen-diagonaal-insluiten
11. kata-osae-katame: schouder-ingesloten-insluiten
12. ura-katame: ruggelings-insluiten
13. kashira-katame: hoofd-insluiten
14. ura-shiho-katame: ruggelings-vier richtingen-insluiten
15. kami-sankaku-katame: boven-driehoek-insluiten
16. kuzure-yoko-shiho: onder liggen-zijwaarts-vier richtingen
17. tate-sankaku-katame: verticaal-driehoek-insluiten
18. uki-katame: zweven-insluiten


Armklemmen
1. ude-hishigi-juji-katame: arm-breken-kruis-insluiten
2. ude-garami: arm-ineengestrengeld
3. ude-hishigi: arm-breken
4. yoko-hiza-katame: zijwaarts-knie-insluiten
5. kami-ude-hishigi-juji-katame: boven-arm-breken-kruis-insluiten
6. yoko-ude-hishigi: zijwaarts-arm-breken
7. kami-hiza-katame: boven-knie-insluiten
8. ude-hishigi-henka-waza: arm-breken-variatie-handchniek
9. gyaku-juji: verdraaid-kruis
10. shime-garami: wurgen-ineengestrengeld
11. hiza-katame: knie-insluiten
12. hara-katame: buik-insluiten
13. ashi-katame: voet-insluiten
14. ude-garami-henka-waza: arm-ineengestrengeld-variatie-handtechniek
15. oten-karami: op de zij-insluiten
16. kesa-garami: diagonaal-ineengestrengeld
17. kuzure-kami-shiho-garami: onder liggen-boven-vier richtingen-ineengestrengeld
18. gyaku-kesa-garami: verdraaid-diagonaal-ineengestrengeld
19. mune-garami: borst-ineengestrengeld
20. mune-gyaku: borst-verdraaid
21. gyaku-te-kubi: verdraaid-hand-nek
22. hiji-maki-komi: elleboog-inrollen-binnenwaarts
23. kuzure-hiji-maki-komi: onder liggen-elleboog-binnenwaarts inrollen
24. kanuki-katame: dwars-insluiten
25. ude-hishigi-hiza-katame: arm-breken-knie-insluiten


Verwurgingen
1. kata-juji-jime: schouder-kruis-wurging
2. gyaku-juji-jime: verdraaid-kruis-wurging
3. yoko-juji-jime: zijwaarts-kruis-wurging
4. ushiro-jime: achterwaarts-wurging
5. okuri-eri-jime: sturen-kraag-wurging
6. kata-ha-jime: schouder-tand-wurging
7. hadaka-jime: bloot-wurging
8. ebi-garami: kreeft-ineengestrengeld
9. tomoe-jime: maag-wurging
10. eri-jime: kraag-wurging
11. kensui-jime: met handen optillen-wurging
12. kata-jime: schouder-wurging
13. do-jime: romp-wurging
14. hiza-jime: knie-wurging
15. tsukomi-jime: duwen-wurging
16. ebi-jime: kreeft-wurging
17. basami-jime: schaar-wurging
18. oten-jime: op de zij-wurging
19. narabi-juji-jime: zij aan zij-kruis-wurging
20. katate-jime: vormhand-wurging
21. sode-guruma: mouw-rad
22. hidari-ashi-jime: links-voet-wurging
23. kagato-jime: hiel-wurging
24. kami-shiho-jime: boven-vier richtingen-wurging
25. kami-shiho-ashi-jime: boven-vier richtingen-voet-wurging
26. kami-shiho-basami: boven-vier richtingen-schaartechniek
27. gyaku-okuri-eri: verdraaid-sturen-kraag
28. gaeshi-jime: tegenaanval-wurging
29. gyaku-gaeshi-jime: verdraaid-tegenaanval-wurging

3 April 2007

Japanse vakterminologie: basisbegrippen in het Judo

ju: de zachte
do: weg

judo: de zachte weg

dojo: judozaal
tatami: judomat

Dan: meestergraad
Kyu: leerlinggraad

zubon: witte katoenen broek
kimono: jas
obi: gordel
judogi: het gehele judopak

rei: groet
ritsu rei: rechtstaande groet
za rei: geknielde groet

soremade: einde van de les of einde van de wedstrijd
mate: halt, stop

ukemi: vallen
nage: werpen
sotai renshyu: oefenen met partner
yaku soku geiko: speels oefenen van technieken in verplaatsing
randori: vrij oefenen met weerstand van de partner

hidari: links
migi: rechts

kumi kata: wijze van vastgrijpen van het judopak (judogi) van de partner (er is de gewone rechtse (migi) en de linkse (hidari) uitvoering)
kuzushi: wijze van partner uit evenwicht brengen

Tellen tot 10 in het Japans

Ichi: 1
Ni: 2
San: 3
Shi: 4
Go: 5
Roky: 6u
Shichi: 7
Hachi: 8
Ku: 9
Ju: 10