30 April 2007

o goshi



Betekenis:
o: groot
goshi: heup

Positie binnen technisch repertorium:

Basisbeweging:

Detail:

Evenwichtsverstoring:

Voetpositie:
Op moment dat Toru Uke op zijn rug trekt staan beide voeten van Tori tussen de twee voeten van Uke.

29 April 2007

o soto gari (rechts uitgevoerd)

Betekenis:
o: groot
soto: buitenwaarts
gari: veeg

Positie:
Rechtstaande technieken (tachi waza)
> Beentechnieken (ashi waza)
>>Grote Buitenwaartse Maai (o soto gari)

Basisbeweging:
Tori plaatst linkervoet buitenwaarts naast de rechtervoet van uke en brengt uke gelijktijdig achterwaarts rechts uit evenwicht. Tori brengt uke ten val door met rechterbeen het rechterbeen van uke ter hoogte van de knieplooi te maaien.

Details:

  • Tori maakt ruim lichaamscontact met rechterzijde van uke.
  • Het maaibeen is gebogen, de wreeg gestrekt.
  • Bij de aanzet van de worp is het linkerbeen gebogen, de romp rechtop. Bij de worp zelf buigt de romp voorwaarts. Na de worp wordt de romp onmiddellijk terug gestrekt om uke te beveiligen tijdens diens val.
  • Visueel geheugensteuntje om aan te tonen dat romp en hoofd van Tori naar voren kantelen, terwijl rechterbeen achterwaarts naar boven wordt gebracht (waardoor Uke's linkerbeen onderuit wordt gemaaid): denk aan een stampend paard dat met hoef van voorpoot over de grond schrapt, telkens het paard schraapt buigt het zijn hoofd naar voren.
  • Uke wordt zodanig uit evenwicht gebracht dat de projectie van het zwaartepunt achter de rechterhiel van uke valt.
  • De knieholte van Tori haakt in de knieholte van Uke.
  • Tijdens maaibeweging: Tenen van maaibeen van Tori (rechts) wijzen naar grond, voet raakt grond niet aan. Indien maaibeweging zou gestopt worden door rechtervoet op de grond te zetten achter benen van Uke, en Uke achterwaarts over Tori's rechtervoet te doen vallen, is er sprake van een andere worp: o soto o toshi


Evenwichtsverstoring:
Tori trekt met linkerhand de rechterelleboog van uke neerwaarts, (uke wordt zo verplicht om op rechtervoet te steunen), tegelijkertijd duwt tori met rechterhand de kraag van uke opwaarts.

Voetpositie:

27 April 2007

sasae tsuri komi ashi (rechts uitgevoerd)

Betekenis:
sasae: blokkeren
tsuri-komi: omhoogtrekken
ashi: been


Positie binnen technisch repertorium:
nage waza (werptechnieken)
> ashi waza (been worpen)
> sasae tsuri komi ashi

Basisbeweging:


Details:

  • Veelgemaakte fout: Tori stapt naar buiten naar rechts, met rechtervoet, om ruimte te creĆ«eren om Uke langs linkerzijde te werpen.
  • Correct inkomen houdt in dat Tori rechtervoet in het midden tussen beide boeten van Uke plaatst, waarbij rechtervoet in hoek van 45 graden naar rechtervoet van Uke wijst.
  • Wanneer Tori werpt draait hij zijn hoofd naar links achter, naar de plaats waar Uke uiteindelijk dient te vallen.

Evenwichtsverstoring:

Voetpositie:

sasae tsuri komi ashi (links uitgevoerd)



sasae: blokkeren
tsuri-komi: omhoogtrekken
ashi: been

26 April 2007

ippon seoi nage


ippon: 1 punt
seoi: op de rug nemen
nage: werpen

8 April 2007

Wedstrijdterminologie

  • HAJIME: begin
  • MATTE: stop, wacht
  • OASAE KOMI: houdgreep
  • SONO MANA: beweeg niet
  • YOSHI: doorgaan
  • TOKETA: houdgreep verbroken
  • SORE MADE: wedstrijd afgelopen

Punten telling bij judo wedstrijd

  • KOKA: 3/10
  • YUKO: 5/10
  • WAZA-ARI: 7/10
  • IPPON: ( overwinning): 10/10
  • WAZA-ARI AWASETE IPPON: 2 maal WAZA-ARI: 10/10

Bestraffingen tijdens judo wedstrijd

  • SHIDO: opmerking: min 3/10
  • CHUI: berisping: min 5/10
  • KEIKOKU: waarschuwing : min 7/10
  • HANSO KUMAKE: uitsluiting: min 10/10

6 April 2007

Gordels en hun betekenis. Van witte tot rode gordel.

Witte gordel (6e kyu): rokkyu
Gele gordel (5e kyu): gokyu
Oranje gordel (4e kyu): yonkyu of shikyu
Groene gordel (3e kyu): sankyu
Blauwe gordel (2e kyu): nikyu
Bruine gordel(1e kyu): ichikyu

Zwarte gordel (1e dan): shodan
Zwarte gordel (2e dan): nidan
Zwarte gordel (3e dan): sandan
Zwarte gordel (4e dan): yondan
Zwarte gordel (5e dan): godan

Eregraden:
Rood/wit geblokte gordel (6e dan): rokudan
Rood/wit geblokte gordel (7e dan): shichidan (nanadan)
Rood/wit geblokte gordel (8e dan): hachidan

Rode gordel (9e dan): kudan
Rode gordel (10e dan): judan

Witte (brede) gordel: (12e dan): junidan

4 April 2007

Overzicht van de judo technieken

De judotechnieken worden onderscheiden in:

1. Worpen (nage-waza)
2. Insluitingstechnieken (katame-waza)

------------------------------------------------------------------------

1. Worpen (nage-waza)
De verschillende worpen worden onderverdeeld in:

  • ashi waza (beenworpen)
  • kata waza (schouderworpen)
  • goshi waza (heupworpen)
  • te waza (armworpen, eigenlijk handtechnieken)
  • sutemi waza (offerworpen)

2. Insluitingstechnieken (katame-waza)
De verschillende insluitingsechnieken worden onderverdeeld in:

  • osae komi waza (houdgrepen)
  • kansetsu waza (armklemmen)
  • shime waza (verwurgingen)

------------------------------------------------------------------------


Lijst van de technieken gebruikt in het judo:

1. Worpen (nage-waza)

Beenworpen
1. o-soto-gari: groot-buitenkant-vegen
2. de-ashi-barai: voorwaarts-voet-wegvegen
3. hiza-guruma: knie-rad
4. ko-soto-gake: klein-buitenkant-haken
5. o-uchi-gari: groot-binnenkant-vegen
6. ko-uchi-gari: klein-binnenkant-vegen
7. o-soto-guruma: groot-buitenkant-rad
8. o-soto-otoshi: groot-buitenkant-laten vallen
9. ko-soto-gari: klein-buitenkant-vegen
10. sasae-tsuri-komi-ashi: dragen-ophangen-binnenwaarts-voet
11. harai-tsuri-komi-ashi: wegvegen-ophangen-binnenwaarts-voet
12. soto-gake: buitenkant-haken
13. ko-uchi-maki-komi: klein-binnenkant-inrollen-binnenwaarts
14. ashi-guruma: voet-rad


Schouderworpen
1. kata-seoi: schouder-dragen op schouder
2. seoi-nage: dragen op schouder-werpen
3. kata-guruma: schouder-rad
4. seoi-otoshi: dragen op schouder-laten vallen
5. hidari-kata-seoi: links-schouder-dragen op schouder
6. seoi-age: dragen op schouder-optillen


Heupworpen
1. uki-goshi: zweven-heup
2. kubi-nage: nek-werpen
3. tsuri-goshi: ophangen-heup
4. goshi-guruma: heup-rad
5. harai-goshi: wegvegen-heup
6. hane-goshi: vleugel-heup
7. ushiro-goshi: achterwaarts-heup
8. tsuri-komi-goshi: ophangen-binnenwaarts-heup
9. utsuri-goshi: wisselen-heup
10. uchi-mata: binnenkant-dij
11. o-goshi: groot-heup
12. ko-tsuri-goshi: klein-ophangen-heup
13. o-guruma: groot-rad
14. yama-arashi: berg-storm
15. obi-goshi: band-heup


Armworpen
1. tai-otoshi: lichaam-laten vallen
2. uki-otoshi: zweven-laten vallen
3. hiji-otoshi: elleboog-laten vallen
4. sukui-nage: scheppen-werpen
5. mochi-age-otoshi: beetpakken-optillen-laten vallen
6. sumi-otoshi: hoek-laten vallen
7. obi-otoshi: band-laten vallen
8. kata-ashi-dori: schouder-voet-pakken
9. ryo-ashi-dori: beide-voet-pakken


Offerworpen
1. tomoe-nage: maag-werpen
2. yoko-tomoe: zijwaarts-maag
3. maki-tomoe: inrollen-maag
4. soto-maki-komi: buitenkant-binnenwaarts inrollen
5. yoko-gake: zijwaarts-haken
6. tani-otoshi: dal-laten vallen
7. sumi-gaeshi: hoek-tegenaanval
8. uki-waza: zweven-techniek
9. kani-basami: zeekreeft-schaartechniek
10. yoko-otoshi: zijwaarts-laten vallen
11. hane-maki-komi: vleugel-inrollen-binnenwaarts
12. ura-nage: ruggelings-werpen
13. yoko-guruma: zijwaarts-rad
14. yoko-wakare: zijwaarts-scheiden
15. tawara-gaeshi: scheppend overnemen-tegenaanval

2. Insluitingstechnieken (katame-waza)

Houdgreepen
1. kesa-katame: diagonaal-insluiten
2. kata-katame: schouder-insluiten
3. kami-shiho-katame: boven-vier richtingen-insluiten
4. kuzure-kami-shiho-katame: onder liggen-boven-vier richtingen-insluiten
5. yoko-shiho-katame: zijwaarts-vier richtingen-insluiten
6. gyaku-kesa-katame: verdraaid-diagonaal-insluiten
7. yoko-shiho-katame: zijwaarts-vier richtingen-insluiten
8. mune-katame: borst-insluiten
9. tate-shiho-katame: verticaal-vier richtingen-insluiten
10. kuzure-kesa-katame: onder liggen-diagonaal-insluiten
11. kata-osae-katame: schouder-ingesloten-insluiten
12. ura-katame: ruggelings-insluiten
13. kashira-katame: hoofd-insluiten
14. ura-shiho-katame: ruggelings-vier richtingen-insluiten
15. kami-sankaku-katame: boven-driehoek-insluiten
16. kuzure-yoko-shiho: onder liggen-zijwaarts-vier richtingen
17. tate-sankaku-katame: verticaal-driehoek-insluiten
18. uki-katame: zweven-insluiten


Armklemmen
1. ude-hishigi-juji-katame: arm-breken-kruis-insluiten
2. ude-garami: arm-ineengestrengeld
3. ude-hishigi: arm-breken
4. yoko-hiza-katame: zijwaarts-knie-insluiten
5. kami-ude-hishigi-juji-katame: boven-arm-breken-kruis-insluiten
6. yoko-ude-hishigi: zijwaarts-arm-breken
7. kami-hiza-katame: boven-knie-insluiten
8. ude-hishigi-henka-waza: arm-breken-variatie-handchniek
9. gyaku-juji: verdraaid-kruis
10. shime-garami: wurgen-ineengestrengeld
11. hiza-katame: knie-insluiten
12. hara-katame: buik-insluiten
13. ashi-katame: voet-insluiten
14. ude-garami-henka-waza: arm-ineengestrengeld-variatie-handtechniek
15. oten-karami: op de zij-insluiten
16. kesa-garami: diagonaal-ineengestrengeld
17. kuzure-kami-shiho-garami: onder liggen-boven-vier richtingen-ineengestrengeld
18. gyaku-kesa-garami: verdraaid-diagonaal-ineengestrengeld
19. mune-garami: borst-ineengestrengeld
20. mune-gyaku: borst-verdraaid
21. gyaku-te-kubi: verdraaid-hand-nek
22. hiji-maki-komi: elleboog-inrollen-binnenwaarts
23. kuzure-hiji-maki-komi: onder liggen-elleboog-binnenwaarts inrollen
24. kanuki-katame: dwars-insluiten
25. ude-hishigi-hiza-katame: arm-breken-knie-insluiten


Verwurgingen
1. kata-juji-jime: schouder-kruis-wurging
2. gyaku-juji-jime: verdraaid-kruis-wurging
3. yoko-juji-jime: zijwaarts-kruis-wurging
4. ushiro-jime: achterwaarts-wurging
5. okuri-eri-jime: sturen-kraag-wurging
6. kata-ha-jime: schouder-tand-wurging
7. hadaka-jime: bloot-wurging
8. ebi-garami: kreeft-ineengestrengeld
9. tomoe-jime: maag-wurging
10. eri-jime: kraag-wurging
11. kensui-jime: met handen optillen-wurging
12. kata-jime: schouder-wurging
13. do-jime: romp-wurging
14. hiza-jime: knie-wurging
15. tsukomi-jime: duwen-wurging
16. ebi-jime: kreeft-wurging
17. basami-jime: schaar-wurging
18. oten-jime: op de zij-wurging
19. narabi-juji-jime: zij aan zij-kruis-wurging
20. katate-jime: vormhand-wurging
21. sode-guruma: mouw-rad
22. hidari-ashi-jime: links-voet-wurging
23. kagato-jime: hiel-wurging
24. kami-shiho-jime: boven-vier richtingen-wurging
25. kami-shiho-ashi-jime: boven-vier richtingen-voet-wurging
26. kami-shiho-basami: boven-vier richtingen-schaartechniek
27. gyaku-okuri-eri: verdraaid-sturen-kraag
28. gaeshi-jime: tegenaanval-wurging
29. gyaku-gaeshi-jime: verdraaid-tegenaanval-wurging

3 April 2007

Japanse vakterminologie: basisbegrippen in het Judo

ju: de zachte
do: weg

judo: de zachte weg

dojo: judozaal
tatami: judomat

Dan: meestergraad
Kyu: leerlinggraad

zubon: witte katoenen broek
kimono: jas
obi: gordel
judogi: het gehele judopak

rei: groet
ritsu rei: rechtstaande groet
za rei: geknielde groet

soremade: einde van de les of einde van de wedstrijd
mate: halt, stop

ukemi: vallen
nage: werpen
sotai renshyu: oefenen met partner
yaku soku geiko: speels oefenen van technieken in verplaatsing
randori: vrij oefenen met weerstand van de partner

hidari: links
migi: rechts

kumi kata: wijze van vastgrijpen van het judopak (judogi) van de partner (er is de gewone rechtse (migi) en de linkse (hidari) uitvoering)
kuzushi: wijze van partner uit evenwicht brengen

Tellen tot 10 in het Japans

Ichi: 1
Ni: 2
San: 3
Shi: 4
Go: 5
Roky: 6u
Shichi: 7
Hachi: 8
Ku: 9
Ju: 10

2 April 2007

Basisbegrippen in het judo: Tori en Uke

Tori: hij die de beweging uitvoert of "The one who performs the art"
Uke: hij die de beweging ondergaat of "The one who takes the art"

1 April 2007

Judo worpen (Engels - Japans)

Hip throw (o goshi)
Hip drop
Floating hip (uki goshi)
Rear hip thow
Stamp throw
Loin and hip wheel
Transitional hip throw
Hip wheel (koshi guruma)
Sweeping hip throw (harai goshi)
Inner Thigh throw (uchi mata)
Sweeping knee throw
Sweeping ankle throw
Leg wheel (ashi guruma)
Outer wheel (osoto guruma)
Inside hock throw
Outer hook throw
Cross hock
Knee wheels (hiza guruma)
Drawing ankle throw
Half shoulder throw
Full shoulder throw
Reverse full shoulder throw
Dropping version of a half shoulder throw
Lapel shoulder throw (eri seoinage)
One-arm shoulder throw (ippon seoinage)
Two-arm shoulder throw (morote seoinage)
Major inner reaping, inside trip (ouchi gari)
Minor inner reaping (kouchi gari)
Major outer reaping, outside trip (osoto gari)
Propping ankle throw (sasae tsuri komi ashi)
Half-hip throw (uki goshi)
Body drop (tai otoshi)
Dropping version of a body drop
Reverse body drop
Dropping version of a reverse body drop
Belt hip throw (tsuri goshi)
Sleeve-lift hip throw (sode tsurikomi goshi)
Floating drop (uki otoshi)
Outer winding sacrifice (soto makikomi)
Inside wind
Spring hip throw (hane goshi)
Double spring hip throw.
Shoulder wheel, fireman's carry (kata guruma)
Valley drop (tani otoshi)
Reverse Valley drop
Heaven and earth throw (tenchi nage)
Leg throw
Recombant ankle throw
Reclining leg throw
Stomach throw (tomoe nage)
Side circle
Monkey climb
Corner throw
Head hip and knee throw
Reverse head hip and knee throw
Rear head hip and knee throw
Shoulder crash
Front scoop throw
Rear scoop throw
Wrist type throws